Wi-Fi
Gebruik Wi-Fi om op internet te surfen, applicaties te downloaden of e-mails te
verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-Fi-netwerk,
onthoudt uw apparaat dit netwerk. De volgende keer dat u weer in de buurt bent, wordt
automatisch verbinding gemaakt met dit netwerk.
Bij sommige Wi-Fi-netwerken moet u inloggen bij een webpagina voordat u toegang
krijgt. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende Wi-Fi-
netwerkbeheerder.
Beschikbare Wi-Fi-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
•
Open netwerken worden aangeduid met naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
•
Beveiligde netwerken worden aangeduid met naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
Sommige Wi-Fi-netwerken worden niet weergegeven in de lijst met beschikbare netwerken
omdat zij hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt u
het handmatig toevoegen aan uw lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
Wi-Fi in- of uitschakelen
1
Tik in het
Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om Wi-Fi in of uit te schakelen.
Het kan een paar seconden duren voordat Wi-Fi is ingeschakeld.
Automatisch verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het
Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om
Wi-Fi in te schakelen. Alle beschikbare Wi-Fi-
netwerken worden weergegeven.
4
Tik op een Wi-Fi-netwerk om hiermee verbinding te maken. Voor beveiligde
netwerken voert u het desbetreffende wachtwoord in. wordt weergegeven in
de statusbalk wanneer u bent verbonden.
Wilt u naar nieuwe beschikbare netwerken zoeken, tik dan op en vervolgens op
Vernieuwen.
Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi-netwerk, raadpleeg dan de betreffende tips
voor probleemoplossing voor uw apparaat op
www.sonymobile.com/support/
.
46
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een Wi-Fi-netwerk handmatig toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op >
Netwerk toevoegen.
4
Voer de
Netwerknaam (SSID)-gegevens in.
5
Tik op het veld
Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer indien nodig een wachtwoord in.
7
Om een aantal geavanceerde opties zoals proxy- en IP-instellingen te bewerken,
markeert u het selectievakje
Geavanceerde opties en bewerkt u naar wens.
8
Tik op
Opslaan.
Neem contact op met uw Wi-Fi-netwerkbeheerder voor de netwerk-SSID en het wachtwoord.
Het Wi-Fi -signaal versterken
U kunt de Wi-Fi-ontvangst op verschillende manieren verbeteren:
•
Houd het apparaat dichter bij het Wi-Fi-toegangspunt.
•
Plaats het Wi-Fi-toegangspunt uit de buurt van mogelijke obstakels of interferentie.
•
Dek het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet af (het gemarkeerde gebied in de
afbeelding).
Wi-Fi-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi-netwerk of wanneer er Wi-Fi-netwerken
beschikbaar zijn in uw omgeving, kunt u de status van deze netwerken bekijken. U kunt
op uw apparaat ook instellen dat u een melding ontvangt wanneer er een open Wi-Fi-
netwerk wordt gedetecteerd.
Meldingen van het Wi-Fi-netwerk inschakelen
1
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op
Instellingen > Wi-Fi.
4
Tik op >
Geavanceerd.
5
Sleep de schuifregelaar naast
Netwerkmelding naar rechts.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi-netwerk weergeven
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt
gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
Het MAC-adres van uw apparaat zoeken
1
Tik in het
Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op . Het
MAC-adres wordt weergegeven in de lijst.